Pijlers
De pijlers worden gebouwd in de drooggemalen bouwdokken op Neeltje Jans. Zodra de laatste pijler gereed is, wordt de dijk doorgestoken en staan de pijlers in zo’n 15 meter diep water. Het hefschip Ostrea pakt een pijler op, transporteert deze naar zijn plek in de kering en plaatst het samen met de Macoma tot op enkele centimeters nauwkeurig op de fundering.
De Macoma zorgt er tijdens de plaatsing ook voor dat er geen zand tussen de voet van de pijler en de funderingsmat komt. Nadat de pijlers geplaatst zijn worden ze ingebed in een onderwaterdrempel van stortsteen. Uiteindelijk is zo’n vijf miljoen ton stortsteen verwerkt, die over een periode van 4 jaar aangevoerd en opgeslagen worden op Neeltje Jans. In het oorspronkelijke ontwerp van de Stormvloedkering waren 63 schuiven en 66 pijlers gepland. Door de hogere kosten van de bouw werd de 63ste schuif wegbezuinigd. Pijler nummer 66 is echter wel gebouwd en werd de Universeel Inzetbare Pijler (U.I.P.) genoemd. Mocht er met één van de andere pijlers iets verkeerd gaan tijdens het transport of de plaatsing, dan was de U.I.P. als reserve voorhanden. Alles ging echter perfect en de U.I.P. is nooit van z’n plek geweest. Nu doet hij dienst als klimobject.
Fundering
De Stormvloedkering wordt gebouwd in sterk stromend water. Een goede fundering is daarom van groot belang. De kering mag natuurlijk niet verzakken of verschuiven!
De Mytilus is uitgerust met grote trilnaalden. Eén van deze naalden is te zien in de buitenexpositie van Deltapark Neeltje Jans. De trillende naalden zorgen voor een verdichting van de zandlaag, waardoor die steviger wordt.
Twee funderingsmatten onder elke pijler moeten zorgen voor een maximale stabiliteit. De matten worden geproduceerd in de mattenfabriek op Neeltje Jans. De Cardium rolt de funderingsmatten langzaam uit over de bodem. Meer informatie over de bouw van de Oosterscheldekering kun je zien in de film Delta Finale. Deze film is doorlopend te zien in een van de filmzalen in het hoofdgebouw.
Schuiven
De 62 schuiven zijn van staal en bijna 42 meter lang. De hoogte verschilt al naar gelang de diepte van het stroomgat ter plekke; van 6 meter tot bijna 12 meter.
Het bewegingsmechanisme is een hydraulisch systeem. Elke schuif wordt bewogen door twee hydraulische cilinders. De bediening van het systeem vindt plaats vanuit het ir. J.W. Topshuis.
Bovenbouw
Na het aanbrengen van de onderwaterdrempel wordt de bovenbouw van de kering voltooid. Eerst worden de verkeerskokers aangebracht; kokervormige balken die de weg over de kering dragen en waarin de bewegingsapparatuur ondergebracht wordt. Dan volgen de opzetstukken van de pijlers, die de pijler verhogen waar de schuiven aan hangen. Gevolgd door de dorpelbalk, die bovenop de onderwaterdrempel wordt geplaatst.
Tenslotte vormen de bovenbalken de bovenbegrenzing van de openingen waar het water doorheen stroomt en die afgesloten kunnen worden met de schuiven.